Welkom bij de workshop
Koppelen is kinderspel!

Opdracht 1: Maak een omgeving aan

Als deelnemer aan deze workshop heb je een mail ontvangen met als onderwerp:

Als je nog geen U-Turnaccount hebt was het onderwerp: ‘Uitnodiging voor organisatie’

Doorloop de volgende stappen:

  • Klik op de ‘Registreren’ button in de mail en vul alle informatie in het registratieformulier in.
  • Na het verzenden van dit formulier ontvang je een mail om je e-mail te bevestigen.
  • Klik in deze mail op de ‘Email bevestigen’-button en log vervolgens in.
Geef aan een van de workshop begeleiders aan dat je account aangemaakt is, zodat zij je toe kunnen voegen aan de organisatie die voor deze workshop aangemaakt is. Pas daarna kun je verder met de opdrachten.

Als je al wel een U-Turn account hebt was het onderwerp: ‘Toegangsrechten aangepast’

  • Klik in de ontvangen mail op de ‘Klik hier’ button en log in met je U-Turn account

Selecteer nu de organisatie ‘Kweekers – koppelen is kinderspel’

Je komt nu in het scherm van de U-Turn omgevingen. Hier kun je in real live situaties meerdere omgevingen vinden voor bijv. Productie, Test en Acceptatie. Voor deze workshop gaan we jouw eigen omgeving aanmaken.

Klik hiervoor op de toevoeg button rechtsboven in het scherm en geef je omgeving een naam.

Na het opslaan ga je door naar het onderstaande scherm en bevind je je in het gedeelte ‘Mijn koppelingen’

In de vervolgopdrachten gaan we een deel van de andere menu items gebruiken en gaan daar dan er verder op in.

Opdracht 2: Maak een eigen werkmap aan

Om overzicht te houden in de koppelingen die je maakt is het een goede gewoonte om een werkmap aan te maken waarin je koppelingen bij elkaar zet die aan elkaar gerelateerd zijn. Volg de onderstaande stappen om een werkmap toe te voegen.

  1. Rechterklik op de ‘Home’ map in de boom en klik op ‘Toevoegen folder’

2. Rechterklik vervolgens op de toegevoegde map en kies voor de optie ‘Hernoemen’

3. voer als naam voor de map nu je eigen naam in en klik op ‘Opslaan’

Je werkmap is aangemaakt en we kunnen nu met het echte werk beginnen.

Opdracht 3: Eigen gegevens aanvullen met telefoonnummer en e-mail

In deze opdracht gaan we informatie uitlezen uit een Profit omgeving om deze aan te vullen en vervolgens weer terug naar Profit te sturen.

AFAS applicatie toevoegen

Om een verbinding te maken met Profit moeten we in U-Turn nog wel even de inlog gegevens hiervoor registreren. Klik hiervoor in het menu aan de linkerkant op ‘Apps’ en vervolgens ‘AFAS Profit’.

 

We zien dat er nog geen omgevingen aanwezig zijn, dus klik nu op de toevoeg button rechtsboven in het scherm.

Vul in het formulier voor de AFAS Profit Omgeving nu de volgende gegevens in:

Omgevingsnummer 83084
Omgevingstype Test
Omschrijving U-Turn Koppelen is kinderspel
Token <token><version>1</version><data>CFE1095B54AD4342A0FA4CD8AE46609B6C17593D4049C2426F352B8AD7FEA9F8</data></token>

Nadat je op de button ‘Opslaan en testen’ geklikt hebt wordt de ingevoerde informatie getest om zeker te weten dat er een connectie met AFAS Profit gemaakt kan worden. Als alles correct ingevuld is zul je onder in het scherm 3 vinkjes zien zoals in onderstaand voorbeeld.

Nieuwe koppeling toevoegen

De connectie met AFAS Profit is ingericht en we kunnen nu verder met het maken van je eerste koppeling. Klik hiervoor in het menu aan de linkerkant op ‘Mijn koppelingen’ en selecteer vervolgens de werkmap die je eerder aangemaakt hebt. Klik vervolgens op de + button rechtsboven in het scherm om een nieuwe koppeling toe te voegen.

Je komt nu in een scherm met alle mogelijke koppelingen die de U-Turn biedt, maar voor deze opdracht selecteren we ‘Bijwerken in AFAS Profit’.

Geef deze koppeling als naam ‘Persoonsgegevens bijwerken’

Bron toevoegen

Een koppeling bestaat uit 3 onderdelen, namelijk uit ‘Verzamelen’, ‘Bewerken’ en ‘Koppelen’. En die 3 opties zien we ook in het menu aan de linkerkant van het scherm.

Klik op ‘Verzamelen’, zodat we kunnen gaan instellen welke informatie we voor deze koppeling gaan ophalen.

Selecteer vervolgens de AFAS-omgeving ‘U-Turn Koppelen is kinderspel’ en als get-connector ‘U-Turn KIK deelnemers’. Klik daarna op ‘Toevoegen’ om deze get-connector als bron aan deze koppeling toe te voegen.

Je ziet nu aan de rechterkant van het scherm dat de gekozen get-connector aanwezig is.

Wanneer je op de download knop klikt en kiest voor Excel krijg je de informatie te zien die de get-connector ophaalt. Wanneer je deze Excel opent zul je zien dat deze alle deelnemers van deze training bevat en we willen enkel jouw informatie ophalen. Zoek jezelf in de Excel op en onthoud het Nummer dat erbij staat.

Bron data filteren

Ga terug naar U-Turn en klik bij de get-connector op de button met het potlood.

 

Ga nu naar de tab ‘Bron eigenschappen’ waar we een filter gaan toevoegen, zodat enkel jouw informatie opgehaald wordt.

Klikt vervolgens op de + achter ‘Filter de data’ om een nieuwe filtergroep toe te voegen. Klik vervolgens in die filter groep op de + om een filter regel toe te voegen. Selecteer daarna in de filterregel ‘Nummer’ als kolom en ‘=’ als vergelijking.

Klik nu op de button met 3 puntjes om in de expressie editor te komen.

Vul hier het nummer in dat je in de gedownloade Excel gevonden had en plaats dit tussen enkele quotes. Sluit de expressie editor vervolgens door op het kruisje rechts bovenin te klikken.

De filter is ingesteld en dus kunnen we deze pop-up ook afsluiten door op het kruisje rechts bovenin te klikken. Download nogmaals het resultaat van de get-connector om te zien dat deze enkel nog maar jouw gegevens ophaalt.

Data bewerken

Het verzamelen is nu gereed en dus is het nu tijd om de informatie te gaan bewerken.

Klik hiervoor in het menu aan de linkerkant op ‘Bewerken’ er zal automatisch een pop-up venster getoond worden waarin je de bron voor de dataset kun toevoegen. Selecteer hier de get-connector die we net aan deze koppeling toegevoegd hebben en klik vervolgens op de button toevoegen.

Het scherm toont nu de aangemaakte dataset welke 1 bron en geen berekende kolommen heeft. Ook is er nog geen sortering, filtering of script aanwezig op de dataset.

Klik nu op de regel van de dataset om deze te openen/bewerken.

Je komt nu in de dataset editor terecht welke 3 tabbladen heeft:

  1. Bronnen
  2. Berekende kolommen
  3. Filteren
Ga naar de knowledge base en lees/bekijk daar waarvoor deze tabbladen dienen en welke mogelijkheden functionaliteiten ze bieden.

Onder in deze editor zien we ook de data die opgehaald is met daarbij 3 lege velden voor ‘Telefoonnummer_werk’, ‘Email_werk’ en ‘Opmerking’.

Deze willen we gaan vullen en daarvoor zullen we 3 berekende kolommen toe moeten gaan voegen:

  • Nieuw telefoonnummer
  • Nieuw email
  • Nieuwe opmerking

Klik hiervoor aan de linkerkant (bij de velden in tabel) op de toevoeg button. Om de naam van de kolom te wijzigen kun je dubbelklikken op de naam in de boom.

 

Nadat de berekende kolommen toegevoegd zijn gaan we de vulling ervan regelen.

Selecteer de kolom ‘Nieuw telefoonnummer’ en geef in de expressie editor boven in je telefoonnummer op tussen enkele quotes.

Selecteer vervolgens de kolom ‘Nieuw email’ (ondertussen wordt in de tabel onder in het scherm je opgevoerde telefoonnummer getoond in de kolom ‘Nieuw telefoonnummer’) en geef hier je nieuwe e-mail op.

Nu is het tijd om de waarde voor ‘Nieuwe opmerking’ samen te gaan stellen. Hiervoor gaan we informatie uit de andere kolommen gebruiken. Klik eerst op de berekende kolom ‘Nieuwe opmerking’ aan de linker kant. De bedoeling is dat we als nieuwe opmerking het volgende gaan samenstellen:

<naam> (ID: <nummer>) heeft zijn telefoonnummer veranderd van < telefoonnummer_werk> naar <nieuw telefoonnummer> en zijn email van <email_werk> naar <nieuw email>

Wanneer je nu in de expressie editor start met het intikken van ‘Naam’ (zonder quotes) zal er automatisch een auto complete pop-up komen waar je de betreffende kolom kunt selecteren. Deze wordt nu als {Naam} weergegeven in de editor.

!LET OP!

Het kan zijn dat de auto complete pop-up 2 regels toont met dezelfde naam maar met een ander icoontje.

De eerste regel zorgt ervoor dat het ID van het gekozen veld gebruikt gaat worden en zet de volgende tekst in de editor : Veld!Naam.ID

De tweede regel (die we moeten gebruiken) zorgt ervoor dat de waarde van het gekozen veld gebruikt gaat worden en zet de volgende tekst in de editor: {Naam}

Voeg vervolgens het + teken toe en zet de vast tekst vervolgens tussen enkele quotes en vervolg met het toevoegen van de andere kolommen en vaste tekst totdat je onderstaande hebt.

Klik nu op de ‘Uitvoeren’ knop en zie dat de kolom de juiste vulling krijgt. Om het hele bericht te zien kun je op het vergrootglas in het veld klikken.

Voeg nog even een extra berekende kolom toe met als naam ‘Persoon vergelijken op’ en als waarde het cijfer 0 (zonder quotes). Sluit daarna het venster van de dataset bewerken.

Koppelen

We hebben nu onze bewerkingen gereed en rest er nog maar 1 actie en dat is het terug schrijven naar Profit om daar de data te updaten. Klik hiervoor op ‘Koppelen’ in het menu aan de linkerkant.

Aangezien we bij het aanmaken van de koppeling al gekozen hadden voor ‘Bijwerken in AFAS Profit’ krijg je automatisch het scherm voor het koppelen met AFAS Profit te zien.

 

Selecteer hier vervolgens ‘U-Turn Koppelen is kinderspel’ als Omgeving en ‘Persoon (KnPerson)’ als update connector en verander de Actie naar ‘update’. De U-Turn applicatie zal vervolgens alle beschikbare niveau’s en velden tonen die de gekozen update-connector ondersteunt.

In deze opdracht houden we het eenvoudig en zijn we enkel geïnteresseerd in het 1e niveau ‘KnPerson’. Selecteer achteraan op deze regel de dataset die we zojuist bewerkt hebben en klap het niveau open.

Aan de linkerkant zie je alle velden die door de update-connector op het niveau ‘KnPerson’ ondersteunt worden. Aan de rechterkant zie je alle kolommen uit de dataset die we gemaakt hebben.

Alle informatie die we terug naar Profit willen sturen om daar de data te updaten gaan we nu aan elkaar te verbinden.

Deze verbinding kun je leggen door het slepen van een veld uit de update connector naar een veld uit de dataset. Maar je kunt ook klikken op een veld in de update connector en in de dialoog dat vervolgens getoond wordt het veld uit de dataset te selecteren.

Leg verbindingen tussen:

Persoon vergelijken op > Persoon vergelijken op

Nummer > Nummer

Telefoonnr. Werk > Nieuw telefoonnummer

E-mail werk > Nieuw e-mail

Opmerking > Nieuwe opmerking

Uitvoeren van de koppeling

We hebben de koppeling nu gereed en kunnen deze draaien. Klik hiervoor boven in het scherm op de groene play-button.

Je zult zien dat boven in het scherm extra informatie komt over het aantal dat verwerkt is en hoe die verwerking verlopen is. Als het goed is zul je een 1 bij het groene vinkje zien en een 0 bij het rode uitroepteken.

Doe nu een CTRL-F5 om de browser te verversen en ga terug naar de dataset editor (via menu item ‘Bewerken’). Je zult zien dat de velden die eerder leeg waren nu netjes gevuld zijn.

Koppeling verbeteren

Wanneer je de koppeling nu nogmaals draait zul je zien dat er weer een update uitgevoerd wordt terwijl er qua data niets aangepast is. Dat is natuurlijk jammer van de capaciteit van zowel Profit als U-Turn, dus daar gaan we nog een verandering voor aanbrengen

Ga naar de dataset editor en maak nog 3 berekende kolommen aan voor:

  • Telefoonnummer is gewijzigd

In deze kolom gaan we een Excel formule opnemen om te bepalen of het telefoonnummer gewijzigd is.

 

  • Email is gewijzigd

In deze kolom gaan we een Excel formule opnemen om te bepalen of het email adres gewijzigd is.

 

  • Meenemen

In deze kolom gaan we bepalen of deze regel verwerkt mag worden (telefoon of email is gewijzigd)

Zoek in de Knowledge base de functie u.ALS op en pas deze toe in de berekende kolommen voor telefoonnummer en email gewijzigd.

Stel de expressies in zodat de bestaande waardes met de nieuwe waardes vergeleken worden en als ze verschillen moet er een waarde ‘1’ gegeven worden. Wanneer ze gelijk zijn moet een waarde ‘0’ gegeven worden.

Zoek nu in de Knowledge base op hoe je de functie u.OF moet toepassen. Voor de berekende kolom ‘Meenemen’ gaan we de functies  u.ALS en u.OF combineren. Wanneer de berekende kolom ‘Telefoon gewijzigd’ OF ‘Email gewijzigd’ een waarde 1 hebben moet de kolom ‘Meenemen’ een waarde ‘1’ krijgen en anders een waarde ‘0’

Wanneer je dit gerealiseerd hebt gaan we naar het tabblad ‘Filteren’ om ervoor te zorgen dat enkel regels in de dataset meegenomen worden die in de kolom ‘Meenemen’ de waarde ‘1’ hebben.

Maak net als bij de filter op de bron een filtergroep en filter regel aan om de genoemde filter te realiseren.

Ga nu terug naar de berekende kolommen en pas het telefoonnummer en/of email aan. Verlaat de dataset editor en draai de koppeling opnieuw. Je zult zien dat er 1 verwerking gedaan is. Wanneer je de koppeling daarna nogmaals draait zal er niets verwerkt worden aangezien de data in de dataset identiek is aan de data die in Profit aanwezig is. Hiermee hebben we er dus voor gezorgd dat er geen onnodige updates richting Profit gedaan worden.

Je hebt nu je eerste koppeling gemaakt. Dit was dan wel een situatie waarbij je in de U-Turn de data manipuleerde, maar de informatie die je nu handmatig aangepast hebt (telefoonnummer en email) zou ook via een andere applicatie aangeleverd kunnen worden.

Opdracht 4: gebruik van een API en FTP-Server

Deze opdracht is bedoeld om te laten zien dat we ook data van andere applicaties als AFAS Profit kunnen gebruiken.

Ook het verzenden naar andere applicaties en FTP is met de U-Turn mogelijk, maar laten we in deze workshop vooralsnog achterwegen

Nieuwe koppeling aanmaken

Ga naar het koppelingen overzicht scherm en maak een nieuwe koppeling aan en kies weer voor ‘Bijwerken in AFAS Profit’. Geef deze koppeling als naam ‘Gebruik van API en FTP’

Standaard wordt elke nieuwe koppeling aangemaakt waarbij ‘Basis versie’ aan staat, maar aangezien we met API en FTP aan de slag gaan moet dit uitgezet worden. Onder in het linker menu zit een schakelaar om dit uit te zetten.

Wanneer je de schakelaar omgezet hebt zul je zien dat het linker menu ineens een hele hoop extra menu opties gekregen heeft. Neem even de tijd om in de Knowledgebase op te zoeken waar deze menu opties voor bedoeld zijn.

Bronnen definiëren

Net als in de vorige opdracht starten we weer met het definiëren van de bronnen. Ook dit scherm is iets veranderd n.a.v. het uitschakelen van ‘Basis versie’. Je ziet nu de mogelijkheid om een App te selecteren (standaard staat ‘AFAS Get-Connector’ geselecteerd). Ook hierover vind je meer info in de Knowledgebase.

We starten met het selecteren van de app ‘GetHttpRequest’. Deze app is bedoeld voor het ophalen van data met een web-request. En in dit geval gaan we een web-request doen naar een API die recepten van cocktails geeft.

We gaan de volgende gegevens in het formulier invoeren:

Alle overige velden zijn voor deze opdracht niet van belang, dus scroll verder naar beneden en klik op de button ‘Toevoegen’. De bron komt weer aan de rechterkant van het scherm te staan en kun je ter controle weer downloaden om te zien welke informatie er allemaal aangeleverd wordt (er zijn 4 verschillende mojito’s).

Elke cocktail heeft zijn eigen ingrediënten, maar voor deze opdracht zijn we enkel in cocktails geïnteresseerd die een van de specifieke ingrediënten heeft. Dit lijstje hebben we in een CSV-bestand op een FTP server staan en die gaan we ook als bron toevoegen.

Selecteer als app nu ‘FTPUturnWorkshop’ de bestandsstructuur op de FTP-server wordt nu getoond. Het bestand ‘toegestane ingredienten.csv’ willen we als bron toevoegen en dat doen we door op de + button achter de file te klikken.

Wanneer de app FTPUturnWorkshop nog niet bestaat voeg deze dan toe met de volgende info.(Ga in het menu aan de linker kant naar ‘APPS’ en vervolgens naar ‘FTP’)

Name : FTPUturnWorkshop
Server : ftp.mooqe.nl
Port : 21
Protocol: FTPS
Encryptie: geen
Username: FTPUturnWorkshop
Wachtwoord : C7Kj>*aqA>}HJr^Ba

Data bewerken

Nu we de bronnen gedefinieerd hebben kan er weer een dataset toegevoegd worden en selecteer daarbij ‘Cocktails’ als bron. Nu heeft deze bron enorm veel kolommen, maar we zijn slechts in een paar kolommen geïnteresseerd. Om goed overzicht te houden gaan we een aantal kolommen verbergen.

Klik in de boom aan de linkerkant op de pijl voor ‘Cocktails’ om deze open te klappen en alle kolommen te zien.
Wanneer je over de regel van ‘Cocktails’ hovert zie je op het einde ook een icoon van een oog. Klik hierop zodat alle velden in de tabel ernaast verborgen worden.

Maak nu de volgende kolommen weer zichtbaar:

  • drinks.idDrink
  • drinks.strDrink
  • drinks.strInstructions
  • drinks.strIngredient1 t/m data.drinks.strIngredient15

 

We gaan nu bepalen welke recepten echt verwerkt mogen gaan worden, omdat ze een van de ingrediënten bevatten die in het bestand van de FTP-server staan. Dit gaan we doen met de functie u.VERT.ZOEKEN. Zoek deze in de Knowledgebase op om te zien hoe je deze toe moet passen.

De bron cocktails bevat 15 ingrediënt kolommen ‘data.drinks.strIngredient1’ t/m ‘data.drinks.strIngredient15’ welke we dus moeten gaan controleren. In de vorige opdracht maakte we voor iedere kolom die we wilde controleren (telefoonnummer en email) een aparte berekende kolom, maar dat zou ik dit geval heel veel extra kolommen betekenen, dus dat gaan we anders doen.

Voeg een nieuwe berekende kolom toe genaamd ‘Meenemen’. In plaats van kolommen te gebruiken gaan we nu in de expressie van deze kolom variabelen gebruiken. De variabele wordt gebruikt om een waarde op te slaan om later weer gebruikt te worden.

Per ingrediëntkolom gaan we een variabele definiëren en vullen om te zien of het ingrediënt bestaat in de toegestane ingrediënten. In onderstaande schermprint zie je hoe je een variabele toepast in combinatie met de functie u.VERT.ZOEKEN.

Maak de aanroep van de functie u.VERT.ZOEKEN af, zodat bepaald wordt of het ingrediënt inderdaad voorkomt in de bron ‘toegestane ingredienten.csv’.

De functie u.VERT.ZOEKEN levert als het ingrediënt niet gevonden is een lege string op. De variabele willen we vullen met een 0 als het ingrediënt niet bestaat en met een 1 als het wel bestaat. Om dit te realiseren gaan we een aantal andere functie gebruiken om dit voor elkaar te krijgen, namelijk u.ALS en u.ISLEEG. Probeer a.d.h.v. de informatie op de Knowledgebase te achterhalen hoe je deze functies in kunt zetten. Maak vervolgens voor de overige ingrediënten kolommen dezelfde constructie.

Nu hebben we 15 variabelen die aangeven of het ingrediënt bestaat en dus gevuld zijn met een 1 of 0.
Om nu de waarde voor de kolom ‘Meenemen’ te bepalen gaan we de functies u.ALS en u.OF gebruiken zoals je dat in de eerdere opdracht ook gedaan hebt. Hierbij moet je er dus voor zorgen dat als 1 van de 15 variabelen een waarde ‘1’ heeft er een waarde ‘1’ gegeven wordt en anders de waarde ‘0’ teruggeven.

Wanneer dat gelukt is kun je het filter definiëren om enkel de regels mee te nemen waar in de kolom ‘Meenemen’ de waarde ‘1’ staat.`

Voorbeeld van (een deel ) van het script

ingredient1_Bestaat =u.ALS(u.ISLEEG(u.vert.zoeken({data.drinks.strIngredient1},Bron!toegestane ingredienten.csv.Waarde,Veld!Toegestane ingredienten.ID,Veld!Toegestane ingredienten.ID)),0,1)

ingredient2_Bestaat =u.ALS(u.ISLEEG(u.vert.zoeken({data.drinks.strIngredient2},Bron!toegestane ingredienten.csv.Waarde,Veld!Toegestane ingredienten.ID,Veld!Toegestane ingredienten.ID)),0,1)

ingredient3_Bestaat =u.ALS(u.ISLEEG(u.vert.zoeken({data.drinks.strIngredient3},Bron!toegestane ingredienten.csv.Waarde,Veld!Toegestane ingredienten.ID,Veld!Toegestane ingredienten.ID)),0,1)

u.ALS(u.OF(ingredient1_Bestaat==1,ingredient2_Bestaat==1,ingredient3_Bestaat==1),1,0)

Voeg een parameter aan de koppeling toe

Ga in het menu aan de linkerkant naar de optie ‘Parameters’. Voeg een parameter toe met als naam ‘prefix_DossierItemNaam’ en als waarde ‘Cocktails van <jouw naam>’

Voeg ook een parameter toe met als naam ‘mijn_Persoonsnummer’ en als waarde het ID van jouw persoon dat je in een eerdere opdracht gebruikt hebt.

Extra berekende kolommen toevoegen

In de volgende stap gaan we dossier items aanmaken met de informatie uit de dataset. Hiervoor hebben we nog een aantal extra gegevens nodig die we in extra berekende kolommen gaan vastleggen.

Voeg de volgende berekende kolommen toe:

Verplaats de berekende kolom ‘Meenemen’ zodat deze de laatste kolom in de boom is.

Koppelen

Bij de vorige opdracht was het koppelen vrij simpel, maar voor het koppel gedeelte van deze opdracht komt er net iets meer bij kijken.

Ga naar de optie ‘Koppelen’ in het menu aan de linker kant en selecteer:

  • Omgeving : ‘Koppelen is Kinderspel | 83084(T)’
  • Update connector : ‘Dossier (KnSubject)’
  • Actie : ‘insert’

Klap nu het niveau ‘KnSubject’ open, selecteer de aangemaakte dataset en leg lijntjes tussen:

  • ‘Type dossieritem’ en ‘DossierItemType’
  • ‘Onderwerp’ en ‘DossierItem_Onderwerp’
  • ‘Instuurdatum’ en ‘Vandaag’

Klik nu het niveau ‘KnSubjectLink’ open en selecteer de aangemaakte dataset. Er zal een nieuwe dialoog getoond worden om een verband te leggen met de hoofd dataset. In dit geval gebruiken we in het bovenliggende niveau dezelfde dataset, dus we hoeven enkel een verband te leggen op de sleutel ‘data.drinks.IdDrink’

Leg vervolgens lijntjes tussen:

  • ‘Organisatie/persoon’ en ‘True’
  • ‘Organisatie/persoon’ en ‘Persoonnummer’

Klik nu op het niveau ‘KnS18’ selecteer wederom de dataset en leg het verband met de hoofddataset om vervolgens lijntjes te leggen tussen:

  • ‘Soort glas’ en ‘data.drinks.strGlass’
  • ‘Instructies’ en ‘data.drinks.strInstructions’

Draai de koppeling en controleer of er 2 correcte verwerkingen zijn.

Koppeling verbeteren

Ook hier kunnen we de koppeling verbeteren door te controleren of er al dossier items ingeschoten zijn voor de betreffende cocktails.

Maak voor deze controle gebruik van de get-connector ‘Uturn_KIK_dossieritems’ en zet er een standaard filter op om enkel dossieritems op te halen die in het veld ‘GekoppeldPersoon’ de waarde uit parameter ‘mijn_Persoonsnummer’ hebben. Hierdoor haal je enkel dossier items op die aan jouw persoon gekoppeld zijn.

Maak in de dataset een nieuwe berekende kolom (met als naam ‘DossierItemBestaat’ aan voor het controleren of de cocktail o.b.v. de naam al voorkomt. Let op dat je de berekende kolom gebruikt die je ook in het koppel gedeelte. Let wel op dat je deze nieuwe berekende kolom voor de berekende kolom ‘Meenemen’ plaatst.

Voor de waarde van deze berekende kolom ga je een expressie opnemen waarin je m.b.v. de functie voor verticaal zoeken gaat controleren of het dossier item al bestaat.

Pas vervolgens de expressie van de kolom ‘Meenemen’ aan, zodat deze ook rekening houdt met het wel/niet bestaan van het dossier item.

Draai de koppeling en constateer dat er niets verwerkt wordt. Pas vervolgens de waarde van de parameter ‘prefix_DossierItemNaam’ aan en run de koppeling nogmaals om te zien dat er weer nieuwe dossier items ingeschoten worden.

Opdracht 5: Exporteren en verzenden per mail

In deze opdracht gaan we de cocktails die we zojuist ingeschoten hebben als Dossier items exporteren en per mail versturen.

Start een nieuwe koppeling en kies dit keer voor ‘AFAS Profit Export’.
Maak wederom een parameter ‘mijn_Persoonsnummer’ aan en geeft het als waarde jouw persoonsnummer.
Voeg als bron de get-connector ‘Uturn_KIK_dossieritems’ toe en voeg een filter op het veld ‘GekoppeldPersoon’ toe die gelijk moet zijn aan de parameter.

Voeg een dataset toe met als bron ‘Uturn_KIK_dossieritems’

Ga op de dataset naar export instellingen.

Op de ‘Instellingen’ tab (in het venster dat geopend is) ga naar het veld ‘Bestandsnaam’ en klik op de button met 3 puntjes. Het expressie scherm opent vervolgens en geef daar als naam ‘Cocktails’ in(Dit wordt de naam van de bijlage van de te versturen mail). Verander op deze tab ook het bestandstype naar ‘Exel’

Ga vervolgens naar de tab ‘Kolommen’ hier kun je aangeven welke kolommen uit de dataset meegenomen moeten worden met de export en ook een alternatieve naam voor de kolom opgeven. Sluit onnodige velden uit en geef enkele kolommen een nieuwe naam.

Sluit dit dialoog en klik in het menu aan de linkerkant op ‘Terug naar hoofdmenu’ en ga vervolgens naar ‘Notificatie groep’

Om vanuit de koppeling te kunnen mailen moeten we een notificatie groep aanmaken. In een notificatie groep kunnen 1 of meerdere mail adressen opgenomen worden, maar voor nu houden we het op jullie eigen mail adres.

Klik op de toevoeg button om een nieuwe notificatie groep toe te voegen. Geef de groep een naam waarin ook je eigen naam zit, zodat deze straks goed herkenbaar is.

Ga nu naar ‘Ontvangers’ en klik vervolgens op de toevoeg button en voer je eigen mailadres in.

Sleep de aangemaakte ontvanger vervolgens naar ‘Ontvangers in melding’

De notificatie groep is nu gereed en dus kunnen we terug naar onze koppeling en daar gaan we naar ‘Bestemming’. Kies in het hoofdscherm als app ‘email’. Je krijgt vervolgens alle beschikbare notificatie groepen te zien. Zoek jouw notificatie groep op en klik op de + button om deze als bestemming toe te voegen.

Klik nu op de button met het potlood en voer een onderwerp en body in voor de te versturen mail toe.
Sluit de dialoog en draai de koppeling en controleer vervolgens of je de mail ontvangen hebt.

Opdracht 6: gemaakte koppelingen exporteren & importeren

Een handige feature van U-Turn is dat je gemaakte koppelingen kunt exporteren om in een andere omgeving te kunnen importeren. Op die manier kun je niet alleen een back-up van de gemaakte koppeling maken, maar kun je de koppeling ook in andere omgevingen gebruiken of zelfs als template/basis voor andere klanten gebruiken.

Exporteren van koppelingen

Ga hiervoor naar ‘Mijn koppelingen’ en selecteer de werkmap waarin je koppelingen staan. Klik vervolgens voor elke koppeling die je wilt exporteren op de button met de 3 puntjes en kies dan voor ‘Exporteren’

 

In de download map op je systeem zal nu een file geplaatst worden die als naam iets zal hebben van ‘Mapping35169.json’. Verplaats deze export bestanden eventueel naar een andere locatie die voor jou prettig is om deze bestanden te bewaren.

Importeren van koppelingen

Maak onder je eerder gemaakte werkmap een nieuwe werkmap aan genaamd ‘import’. Hier zullen we de zojuist geëxporteerde koppelingen weer gaan importeren.

Nadat je de werkmap aangemaakt en geselecteerd hebt klik je op de toevoeg button en selecteer je ‘Importeer koppeling’.

Selecteer nu een van de bestanden die je zojuist geëxporteerd hebt. De dialoog zal nu als volgt zijn:

Je dient nu voor de omgeving een nieuwe waarde te selecteren. Aangezien we nog steeds in dezelfde omgeving zitten selecteren we hier ‘Koppelen is Kinderspel’ en klikken vervolgens op ‘importeer koppeling’. Je koppeling is vervolgens geïmporteerd en kan direct gebruikt worden.